De relatie tussen de beginsituatie van de leerlingen en het gekozen en uitgewerkte niveau van beschouwen.
Deze site is gebaseerd op het kunnen van groep 5/6, maar vanuit mijn ervaring is gebleken dat er op veel scholen niet aan kunstbeschouwing gedaan wordt. Ik heb daarom mijn vragen soms meer op groep 4/5 gebaseerd. Hiervoor heb ik gekeken op de tule site, bij kerndoel 56 groep 3/4 en groep 5/6. Ook heb ik gebruik gemaakt van de leerlijn BVO en dan de kijkwijzers. Mijn taalgebruik heb ik wel op de doelgroep , groep 5/6, afgestemd. Ook bij het ontwerp van mijn site heb ik rekening gehouden met de kinderen. Ik heb vaak gebruik gemaakt van hyperlinks zodat ze op een leuke manier op een andere pagina van de site komen. Ze `stromen` door de site heen. Ik heb er als laatste voor gekozen om niet te diep in het Surrealisme te duiken. Deze keuze heb ik gemaakt omdat, het anders te ingewikkeld voor de kinderen zou worden. Op de basisschool wordt er vaak niet veel aandacht aan de kunststromingen besteed, vandaar mijn keuze.
Bij sommige beschouwingsvragen, heb ik de vraag gesteld om, bijvoorbeeld het gevoel, te verklaren. Dit is een goede oefening voor de leerlingen, zo leren ze hun mening onder woorden te brengen.
Bij sommige beschouwingsvragen, heb ik de vraag gesteld om, bijvoorbeeld het gevoel, te verklaren. Dit is een goede oefening voor de leerlingen, zo leren ze hun mening onder woorden te brengen.
De relatie van het ontwerp met kerndoel 56. (beschouwen)
Kerndoel 56: `De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.`
De kinderen kijken gericht naar de kunstwerken door middel van het beantwoordden van vragen. Ook verantwoorden ze hun keuzes. Hieronder heb ik per doel mijn verantwoording en uitleg staan.
Betekenisvolle onderwerpen en thema´s
Ik heb gekozen voor het Surrealisme omdat het een interessant onderwerp is voor de kinderen in groep 5/6. Het heeft herkenbare stijlkenmerken, want het zijn een soort droombeelden. Iedereen droomt en in dromen mag en kan alles. Bij mijn beschouwingsvragen, vraag ik ook aan de kinderen in welk museum ze het schilderij zouden plaatsen en waarom. Dit valt samen met Kerndoel 56, want de kinderen zijn bewust met de stijlkenmerken bezig en leren deze te herkennen. Ook verwoorden ze zelf de relatie van het schilderij en de omgeving.
Beeldende kunst, architectuur en vormgeving in de directe omgeving te herkennen
Hierbij heb ik gekeken naar de doelen van groep 3/4 en groep 5/6. Bij de doelen van groep 3/4 heb ik naar voren gepakt om naar meerdere kunstenaars te kijken in één discipline. Ik vraag naar welke materialen er zijn gebruikt en zo naar de werkwijze van de kunstenaar. Bij de doelen van groep 5/6 heb ik me vooral gericht op het heden en het verleden. Bij de beschouwingsvragen komt dit vooral naar voren. Ik laat de kinderen de schilderijen in verschillende museums plaatsen. En ik heb van schilderijen van verschillende tijden. Als laatste heb ik heb een kleine verwijzing gemaakt naar inspiratiebronnen voor kunstenaars.
Hierbij is aandacht voor de betekenis
Van de tussendoelen bij groep 3/4 komt naar voren, relaties tussen vormgeving en functie van gebruiksvoorwerpen. Dit zie je terug in de opdracht van het beschouwen van de schilderijen. De focus lag echter niet bij de doelen van groep 3/4, maar bij de doelen van groep 5/6 omdat deze uitdagender waren.
De verhalen van de kunstwerken, bij de pagina `Goed kijken!´, staat er een verhaal langs elk kunstwerk. Dit verhaal gaat over het kunstwerk en verleent de kinderen informatie over het kunstwerk, maar ook staat er geschreven wat er letterlijk te zien valt. Ook hier komt het bekijken van stijlkenmerken terug. Deze zitten dus verwerkt in de beschouwingsvragen maar ook al in het eerdere samen kijken naar de kunstwerken. Als laatste staat er: ´kunstwerken voor een speciaal gebouw of omgeving´. Hier heb ik op ingespeeld om te kinderen te laten bepalen waar het kunstwerk het beste zou passen en het waarom daarvan.
De kinderen kijken gericht naar de kunstwerken door middel van het beantwoordden van vragen. Ook verantwoorden ze hun keuzes. Hieronder heb ik per doel mijn verantwoording en uitleg staan.
Betekenisvolle onderwerpen en thema´s
Ik heb gekozen voor het Surrealisme omdat het een interessant onderwerp is voor de kinderen in groep 5/6. Het heeft herkenbare stijlkenmerken, want het zijn een soort droombeelden. Iedereen droomt en in dromen mag en kan alles. Bij mijn beschouwingsvragen, vraag ik ook aan de kinderen in welk museum ze het schilderij zouden plaatsen en waarom. Dit valt samen met Kerndoel 56, want de kinderen zijn bewust met de stijlkenmerken bezig en leren deze te herkennen. Ook verwoorden ze zelf de relatie van het schilderij en de omgeving.
Beeldende kunst, architectuur en vormgeving in de directe omgeving te herkennen
Hierbij heb ik gekeken naar de doelen van groep 3/4 en groep 5/6. Bij de doelen van groep 3/4 heb ik naar voren gepakt om naar meerdere kunstenaars te kijken in één discipline. Ik vraag naar welke materialen er zijn gebruikt en zo naar de werkwijze van de kunstenaar. Bij de doelen van groep 5/6 heb ik me vooral gericht op het heden en het verleden. Bij de beschouwingsvragen komt dit vooral naar voren. Ik laat de kinderen de schilderijen in verschillende museums plaatsen. En ik heb van schilderijen van verschillende tijden. Als laatste heb ik heb een kleine verwijzing gemaakt naar inspiratiebronnen voor kunstenaars.
Hierbij is aandacht voor de betekenis
Van de tussendoelen bij groep 3/4 komt naar voren, relaties tussen vormgeving en functie van gebruiksvoorwerpen. Dit zie je terug in de opdracht van het beschouwen van de schilderijen. De focus lag echter niet bij de doelen van groep 3/4, maar bij de doelen van groep 5/6 omdat deze uitdagender waren.
De verhalen van de kunstwerken, bij de pagina `Goed kijken!´, staat er een verhaal langs elk kunstwerk. Dit verhaal gaat over het kunstwerk en verleent de kinderen informatie over het kunstwerk, maar ook staat er geschreven wat er letterlijk te zien valt. Ook hier komt het bekijken van stijlkenmerken terug. Deze zitten dus verwerkt in de beschouwingsvragen maar ook al in het eerdere samen kijken naar de kunstwerken. Als laatste staat er: ´kunstwerken voor een speciaal gebouw of omgeving´. Hier heb ik op ingespeeld om te kinderen te laten bepalen waar het kunstwerk het beste zou passen en het waarom daarvan.
De relatie van het ontwerp met het vakconcept.
Het vergroten van de beeldvaardigheid
Ik verwachtte al dat de leerlingen niet vaak (of helemaal niet) aan beeldbeschouwing hebben gedaan. Daarom wilde ik ervoor gezorgd dat de kinderen dit even kunnen oefenen voordat ze aan de beschouwingsvragen zouden beginnen. Dit staat onder het kopje ´Meer Surrealisme´. Ik heb ervoor gekozen om eerst de kunstwerken er neer te zetten met een beschrijving er naast. In die beschrijving staat informatie over het kunstwerk maar ook een letterlijke beschrijving ervan. Zo zien de kinderen herhaling van de kenmerken. Als laatste heb ik een inventaris gemaakt van de kenmerken zodat de kinderen deze vlug en duidelijk terug kunnen vinden. Hiermee vergroot je meteen de beeldvaardigheid van een kind en het is een goede opwarming voor de opdracht erna.
Het vergroten van het cultuurbegrip
Door middel van deze site ontwikkelen de kinderen meer cultuurbegrip. Ze leren iets over een kunststroming. De kenmerken ervan, en ook de kunstenaars. Ze maken een leuke verwerkingsopdracht waardoor ze een positief gevoel overhouden aan de ervaring met kunst. Want bij de verwerkingsopdracht is eigenlijk alles mogelijk! Zo vinden ze het de volgende keer zeker niet vervelend of `saai` als er een andere opdracht over kunst komt, of als ze naar een museum gaan. Door het vergroten van het cultuurbegrip hebben de kinderen meer respect voor iemand anders zijn mening en voor andere culturen en kunststromingen.
Ik verwachtte al dat de leerlingen niet vaak (of helemaal niet) aan beeldbeschouwing hebben gedaan. Daarom wilde ik ervoor gezorgd dat de kinderen dit even kunnen oefenen voordat ze aan de beschouwingsvragen zouden beginnen. Dit staat onder het kopje ´Meer Surrealisme´. Ik heb ervoor gekozen om eerst de kunstwerken er neer te zetten met een beschrijving er naast. In die beschrijving staat informatie over het kunstwerk maar ook een letterlijke beschrijving ervan. Zo zien de kinderen herhaling van de kenmerken. Als laatste heb ik een inventaris gemaakt van de kenmerken zodat de kinderen deze vlug en duidelijk terug kunnen vinden. Hiermee vergroot je meteen de beeldvaardigheid van een kind en het is een goede opwarming voor de opdracht erna.
Het vergroten van het cultuurbegrip
Door middel van deze site ontwikkelen de kinderen meer cultuurbegrip. Ze leren iets over een kunststroming. De kenmerken ervan, en ook de kunstenaars. Ze maken een leuke verwerkingsopdracht waardoor ze een positief gevoel overhouden aan de ervaring met kunst. Want bij de verwerkingsopdracht is eigenlijk alles mogelijk! Zo vinden ze het de volgende keer zeker niet vervelend of `saai` als er een andere opdracht over kunst komt, of als ze naar een museum gaan. Door het vergroten van het cultuurbegrip hebben de kinderen meer respect voor iemand anders zijn mening en voor andere culturen en kunststromingen.